Kader

De accountant geeft zowel een oordeel over het getrouw beeld van de jaarrekening als ook over de financiële rechtmatigheid (Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden). Bij de financiële rechtmatigheid gaat het onder andere om de begrotingsrechtsmatigheid: handelen we binnen de begroting zoals de gemeenteraad die heeft vastgesteld? Daarbij wordt niet alleen gekeken of de werkelijke lasten hoger zijn dan begroot, maar ook of de lasten aan het juiste begrotingsjaar en aan het juiste programma zijn toegerekend.

In de Kadernota rechtmatigheid is bepaald dat het overschrijden van de begroting (op programmaniveau) en van investeringen altijd onrechtmatig is, maar niet in alle gevallen hoeft te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Dit laatste is het geval als:
• kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten;
• kostenoverschrijdingen passen binnen het beleid;
• kostenoverschrijdingen het gevolg zijn van openeinderegelingen.

Met de controle op de juiste toepassing van het begrotingscriterium wordt getoetst of het budgetrecht van de gemeenteraad is gerespecteerd. De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn op hoofdlijnen door de wetgever bepaald (artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet) en zijn door de gemeenteraad nader ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting, via de verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (Financiële verordening) en het controleprotocol 2014-2017.

In artikel 5, lid 5 en 6 van de 'Financiële verordening 2017' van de gemeente Best, is bepaald dat het college zonder voorafgaande autorisatie door de gemeenteraad verplichtingen aan kan gaan voor incidentele lasten van maximaal € 100.000 en maximaal € 50.000 bij structurele exploitatielasten.

In het 'Controleprotocol voor de accountantscontrole op de jaarrekeningen 2014 tot en met 2017 gemeente Best', vastgesteld door de gemeenteraad op 15 december 2014 en ook door de gemeenteraad op 4 december 2017 ongewijzigd van toepassing verklaard voor boekjaar 2017, is onder artikel 2.1 met betrekking tot het begrotingscriterium het volgende opgenomen:

De begrotingsoverschrijdingen van de lasten worden door de accountant niet gekwalificeerd als onrechtmatig (ondanks de formele onrechtmatigheid) en hebben dus geen invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant, indien er sprake is van:
1. Begrotingsoverschrijdingen van producten, die worden beoordeeld op programmaniveau.
Wanneer de begroting op programmaniveau geautoriseerd is, hebben overschrijdingen op productniveau geen gevolgen voor het oordeel van de accountant. Op het niveau van de productenraming kunnen dan door het college een soort neutrale begrotingsbijstellingen worden vastgesteld.
2. Begrotingsoverschrijdingen, die kleiner zijn dan € 50.000 of kleiner dan 3% van een programma van de begroting (= hoofdstuk) met een lastentotaal kleiner dan € 1.667.000.
3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van autonome ontwikkelingen.
4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verplichte uitgaven.
Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan overschrijdingen van uitkeringen door toename van het aantal uitkeringsgerechtigden.
5. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van calamiteiten.
Onder het begrip calamiteiten wordt verstaan: een extreme situatie met directe of indirecte gevolgen voor de gemeente Best. Voorbeelden zijn natuurrampen, oorlogsdreiging, branden, ernstige verkeersongelukken met gevaarlijke stoffen, treinongelukken enzovoort.
6. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van volledig onvoorziene situaties.
Onder het begrip volledig onvoorziene situaties worden voorvallen verstaan, die niet in de begroting zijn opgenomen en redelijkerwijs ook niet opgenomen hadden kunnen worden.
7. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van openeinderegelingen.
8. Begrotingsoverschrijdingen waarbij de hogere kosten gedekt worden door hogere opbrengsten en waarbij tussen kosten en opbrengsten een direct verband bestaat.
9. Begrotingsoverschrijdingen, die zijn goedgekeurd door de raad tussen 1 januari 2018 en de datum van vaststelling van de jaarrekening 2017.

Alle andere begrotingsoverschrijdingen van de lasten zijn onrechtmatig en hebben dus invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant.
Een duidelijke toelichting op eventuele begrotingsoverschrijdingen in de jaarrekening is van groot belang om het onderscheid in de kwalificatie rechtmatig en onrechtmatig handelen op basis van het begrotingscriterium en de invloed op het rechtmatigheidsoordeel van de accountant helder te krijgen.

Analyse 2017
Hierna schenken we aandacht aan de begrotingsrechtmatigheid bij de programma's (resultaatgebieden) en daarna aan de rechtmatigheid bij investeringen.

Programma's
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de programma's waarbij de werkelijke lasten hoger zijn dan de geraamde lasten.

Bedragen in duizenden euro's

Omschrijving

Gewijzigde

Realisatie

Verschil

begroting 2017

2017

2017

5.1 Jeugd en Onderwijs

9.616

9.707

91

9.2 Riolering / ondergrondse infrastructuur

2.027

2.227

200

10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling

7.635

14.438

6.803

5.1 Jeugd en Onderwijs
De overschrijding wordt veroorzaakt door overschrijdingen van de uitgaven met betrekking tot het sociaal domein, onderdeel jeugd. Ook hebben er in 2017 nog afrekeningen plaatsgevonden over 2016. Hierbij is er sprake van een zogenaamde openeinderegeling.  

9.2 Riolering / ondergrondse infrastructuur
In 2017 is er sprake van hogere lasten riolering als gevolg van extra inhuur en een hogere interne toerekening van apparaatskosten aan dit onderdeel. Deze inhuur wordt gedeeltelijk gedekt door onderuitputting binnen de organisatie elders onder andere resultaatgebieden in de jaarrekening opgenomen. Deels worden de hogere lasten veroorzaakt verschuivingen van investeringen in de tijd. Zo is er bijvoorbeeld op de onderdelen drukriolering en inspectie en reiniging riolering in 2017 sprake van hogere lasten, terwijl er in 2016 nog sprake was van lagere lasten. Als gevolg van de gewijzigde voorschriften mag het resultaat op de jaarlijkse exploitatielasten niet meer verrekend worden met de voorziening rioolbeheer. In 2017 leidt dit tot een overschrijding. Overigens zijn de werkelijke lasten van het totale programma 9 niet hoger dan de geraamde lasten.

10.1 Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
De overschrijding binnen dit resultaatgebied wordt veroorzaakt doordat als lasten de mutaties van de bouwgrondexploitatie naar de balans worden verantwoord (€ 7.188.000). In feite is hier dus geen sprake van hogere lasten, maar van hogere opbrengsten (meer verkoopopbrengsten dan geraamd) die een mutatie in de boekwaarde van de bouwgrondexploitatie tot gevolg heeft. Als last is ook verantwoord een aanvulling van € 1.792.000 in de verliesvoorziening grexen.

Investeringen
Het beeld van de investeringskredieten is als volgt:

Bedragen in duizenden euro's

Omschrijving

Bedrag

Oorspronkelijke kredieten

13.417

Uitgaven t/m 2016

1.198

Saldo restantkredieten per 1-1-2017

12.219

Uitgaven 2017

6.327

Saldo restantkredieten per 31-12-2017

5.892

Dit betekent dat er eind 2017 op het gebied van investeringen onderhanden werk is voor een bedrag van ongeveer € 6 miljoen.
Uit het overzicht investeringskredieten per 31 december 2017 blijkt dat er in het kader van rechtmatigheid geen sprake is geweest van grote overschrijdingen. Alle overschrijdingen zijn kleiner dan € 50.000.

Conclusie
Uit de toelichtingen blijkt dat er geen sprake is van onrechtmatige begrotingsoverschrijdingen.